logo

Overlijden van Koning Leopold I

 Datum:  12 oktober 1865

Op 10 december 1865 viel een diepe stilte over het Koninklijk Paleis van Laken. Koning Leopold I, de eerste vorst van het jonge Koninkrijk België, was die ochtend vredig gestorven na een korte ziekte. De winterlucht hing zwaar boven Brussel; een dichte mist bedekte de stad, alsof het land zelf zijn rouw toonde. Leopold was vijfendertig jaar eerder, in 1831, als buitenlander – een Saksisch prins en weduwnaar van de Britse kroonprinses Charlotte – naar België gekomen om een verdeelde natie te verenigen. Nu liet hij een koninkrijk achter dat, ondanks spanningen tussen liberalen en katholieken, een zekere stabiliteit had gevonden.
Zijn overlijden kwam niet onverwacht. De koning had al maanden last van ademhalingsproblemen en vermoeidheid. In de laatste dagen verbleef hij omringd door zijn familie: zijn zoon en opvolger Leopold II, zijn dochter Charlotte – de latere keizerin van Mexico – en zijn vertrouwelingen. Toen de hofklokken die ochtend stilvielen, verspreidde het nieuws zich snel via kranten en mond-tot-mond door het land. In Brussel sloten winkels hun luiken; in industriesteden als Gent en Luik legden arbeiders kort hun werk neer.
De plechtige begrafenis, gehouden in de kerk van Laken, werd een moment van nationale bezinning. Tienduizenden Belgen trotseerden de kou om hun eer te bewijzen aan de man die hen, in hun ogen, stabiliteit had gebracht na de woelige revolutiejaren van 1830. Toch bleef zijn nalatenschap dubbel: bewonderd om zijn diplomatieke inzicht en grondigheid, maar ook gezien als afstandelijk en autoritair.
Met zijn dood sloot België zijn eerste hoofdstuk als natie af. Een nieuwe koning, Leopold II, stond klaar – ambitieus, koppig en gedreven. De overgang markeerde het einde van het stichtende tijdperk en het begin van een nieuw, onzekerder hoofdstuk in de Belgische geschiedenis.

Personen die in leven waren tijdens deze gebeurtenis: